[Hoey, Jan Jacob van]
HOEY (Jan Jacob van), geb. te Gorinchem 7 Sept. 1729, overl. op ‘Schoonzigt’ bij Gorinchem 20 Mei 1797, zoon van Mr. Abraham en van Geertruida Cecilia Schilthouwer. Hij trad in zeedienst, werd luitenant bij de admiraliteit op de Maas 16 Juli 1748 en commandeur 15 Mrt. 1757. In 1777 komt hij voor als bevelhebber van het schip ‘Rotterdam’, behoorende tot het convooi, dat toen onder Lodewijk graaf van Bylandt naar West-Indië vertrok om den handel en de zeevaart te beschermen. Den 20. Juli 1782 extra-ordinair schout-bijnacht geworden bij de voornoemde admiraliteit, vertrok hij in dat jaar naar 's Gravenhage om de beruchte expeditie naar Brest te voorkomen. Hij overleed als gepens. vice-admiraal. Den 13. Juni 1769 is hij te Gorinchem gehuwd met Catharina Maria van der Cruyssen, geb. te Middelburg in Dec. 1733, overl. te Gorinchem 16 Apr. 1814. Zij wonnen vier kinderen, o.a. Abraham v.H., raad en burgemeester van Gorinchem en lid der Prov. staten van Zuid-Holland; Mr. Jan Willem van der Cruyssen van Hoey, president van de rechtbank te Gorinchem; en Gerard Hendrik v.H., president-hoogheemraad van het Land van Arkel.
Zie: de Jonge, Gesch. van het Nederl. Zeewezen V, 604, Vla, 71; Rotterdamsche Historiebladen IIA, 601, 2, 8; Jaarb. Ned. Adel I, 242.
Regt