oorlog in 1396 en ook in 1399 en wordt in laatstgenoemd jaar opgeroepen om met 25 man op te komen; hij behoorde dus tot de tamelijk vermogende ridders van het graafschap. In 1418 onder de ridderschap van Z.-Holl. vermeld, wordt hij nog in 1422 genoemd, wanneer hij met zijn zoon een regeling maakt met hun neet Floris Hendriksz van Liesveld (vermoedelijk zoon van Gerrits broeder Hendrik van der Woert). Deze regeling betrof de vogelarij, welke de heeren van Liesveld buiten 's Gravenhage, tusschen Huytjenshoek en den Kranenburgerweg, van den graaf in leen hielden.
Gerrit was tweemaal gehuwd. Eerst in 1383 (zie v. Mieris, III, 401) met Sophia van Heukelom en daarna vóór 1403 met Mechteld, dochter van heer Gerrit van Poelgeest (1) en Beatrix van Schoonhout. (Verg. over Mechteld echter ook het meegedeelde in het art. over haar vader (dl. VII, kol. 991).
Denkelijk uit het eerste huwelijk sproten twee kinderen: Hendrik, heer van Liesveld 1432, zonder oir in 1456 overleden, en een dochter die in 1431 wordt vermeld als gehuwd met Hendrik Dirksz van der Doortoghe.
Zie: H.J. Koenen in Wapenheraut VII, 362, 363.
Regt