[Heeckeren van Wassenaar-Twickel, Mr. Jacob Derk Carel baron van]
HEECKEREN VAN WASSENAAR-TWICKEL (Mr. Jacob Derk Carel baron van), geb. te Emmerik 8 Febr. 1809, overl. te 's Gravenhage 7 Nov. 1875, was de oudste zoon van W.H.A.C. baron van Heeckeren van Kell (dl. VIII, kol. 725) en S.G.A. van Pabst van Bingerden.
Hij werd te Leiden 18 Sept. 1826 als student ingeschreven en promoveerde aldaar in de rechten 21 Nov. 1831 op een dissertatie De praestanda evictione rei venditae. Hij werd door zijn huwelijk groot-grondbezitter in Zuid-Holland, Overijsel en Hannover, terwijl het slot te Dieren tot zijn erfdeel uit eigenen hoofde behoorde.
Hij werd door de ridderschap van Overijsel 1 Juni 1840 tot lid der Staten van die provincie gekozen. Op 15 Juni 1846 werd hij tot adjuncthoutvester benoemd.
Toen de grondwet herzien was, werd hij 30 Nov. 1848 in het kiesdistrict Enschede tot candidaat voor lid der Eerste Kamer gekozen. Uit de candidaten werd hij 11 Jan. 1849 door den Koning tot lid benoemd. Zijn lidmaatschap der Staten verviel daardoor. Op 11 Sept. 1850 werd hij door de Staten van Overijsel, aan wie sedert de keuze was, herkozen.
Hij behoorde tot de conservatieve partij. Hij nam 14 Aug. 1867 ontslag als lid der Eerste Kamer.
Hij huwde 14 Dec. 1831 Maria Cornelia gravin van Wassenaer, geb. 21 Sept. 1799, overl. 31 Mrt. 1850. Napoleon had haar, die de rijkste erfdochter van Nederland was, aan een zijner maarschalken willen uithuwelijken, maar daar zij bij zijn val eerst 14 jaar oud was, is dit plan niet gelukt. Zij hadden geen kinderen; zij maakte haren echtgenoot universeel erfgenaam. Hij hertrouwde 6 Juni 1852 Isabella Antoinetta baronesse Sloet van Toutenburg, geb. 26 Sept. 1823, overl. 8 Juli 1872, bij wie hij 2 zonen en een dochter had.
Ramaer