[Haver, Paulus Laurentius]
HAVER (Paulus Laurentius), geb. te Paderborn 1633 uit aanzienlijke ouders, overl. 15 Jan. 1680, trad aldaar in de Benediktijnerabdij Abdinghof, waar hij 10 Jan. 1655 de plechtige kloostergeloften aflegde. Na zijn theologische studie en priesterwijding was hij eenige jaren, 1661-67, werkzaam als onderkellenaar op het abdijhof te Putten. In Dec. 1667 werd hij teruggeroepen naar de abdij als supprior, maar 1671 keerde hij als kellenaar naar Putten weer. Hier verbleef hij nog, toen hij 15 Mrt. 1677 door zijn medebroeders tot abt gekozen werd van Abdinghof. De vorstbisschop van Paderborn, die de vorige keuze had doen verbreken, bevestigde hem en 30 Oct. 1677 diende hij hem de abtswijding toe. Slechts ruim twee jaar stond hij aan het hoofd der abdij, te kort om iets belangrijks te ondernemen. Over het hof te Putten vgl. art. Greg. J. Busch (kol. 118 in dit deel).
Zie: J.B. Greve, Gesch. der Benediktiner Abtei Abdinghof in Paderborn (1894), 168-169; G.A. Schouwen, De kelnarij van Putten (Arnh. 1909) III.
Fruytier