[Groesbeek, Johan van]
GROESBEEK (Johan van), heer van Groesbeek, Heumen, Malden en Beek, zoon van Seger, deed van de heerlijkheid afstand, waarmede hij 1423 na zijns vaders dood was beleend, ten behoeve van zijn broeder Dirk, welke een van Eysch huwde. Na diens kinderloozen dood gaf hij de heerlijkheid aan zijn halfbroeder Seger, welke Maria (natuurlijke dochter van Adolf hertog van Cleef) huwde. 24 Dec. 1439 gaven Johan v.G. en zijn broeder Dirk, en op witten Zondag 1440 ook hun zwager Johan van Rossum (gehuwd met Margaretha van Groesbeek) hun toestemming om het testament van hun zwager Dirk van Vlodorp te erkennen; 1 Sept. 1449 gaven Johan van Groesbeek en zijn vrouw Hedwig van Redinchaven hun toestemming tot den verkoop van een paasch te Hassum. Ook werd hij met het huis Calbeck beleend, dat na zijn dood aan zijn zoon Johan kwam, welke Bertha (dochter van Jan van Goor en van Johanna de Roover van Montfort) huwde, en later aan diens dochter Ermgard, gehuwd met Reiner van Broeckhuysen, beleend 1471, 1493. Johan's zuster Johanna v.G. (overl. 6 Maart 1438) huwde met Dirk van Vlodorp (overl. 27 Febr. 1436, zoon van Gerard, erfvoogd van Roermond, en van Elisabeth van de Weijer). Deze echtelieden kozen 10 Oct.