[Gockinga, Ludolph]
GOCKINGA (Ludolph), geb. te Groningen in 1671 uit een aanzienlijke patricische regentenfamilie, liet zich 4 Sept. 1683 inschrijven als phil. stud. aan de hoogeschool van zijn geboortestad, Hij is bekend geworden door velerlei gelegenheidsgedichten en enkele tooneelspelen, die hij publiceerde, o.a.: Zegezang aan den Grootmachtigsten koning Willen III (1699); De overwonnen wreedheyd of de sugtende Philocalus, geketend in de boeyen van Dorimene; De misnoegde Natuur over de ongehoorsaamheid van Dorimine; Klinkdigten, Bruyloftsdigten, Treur-, Lof- en verjaargedigten, Mengeldichten; Groningaas Adelaar of de Gedagten van L.G. (Gron. 1699).
Zie: J.G. Frederiks en F. Jos. van den Branden, Biogr. Woordenboek der N. en Zuidnederl. Letterk. (Amst. 2e dr.), 282.
Wumkes