hij werd in 1881 tot eerelid daarvan benoemd. Verder was hij voorzitter (na zijn aftreden eere-bestuurslid) van het Wiskunstig Genootschap ‘Een onvermoeide arbeid komt alles te boven’. Zijn wiskundige bibliotheek schonk hij aan dit Genootschap, zijn bouwkundige bibliotheek, die hij aan het Rijk afstond, werd opgenomen in de bibliotheek van het Rijksmuseum.
Zijn portret komt voor in Bouwkundig Weekblad (1900), 1; Wereldkroniek (1900), 13 Jan.
Zie: C.T.J.L. Rieber, A.N. Godefroy in Bouwkundig Weekblad (1900), 1; Wereldkroniek (1900), 13 Jan.; P.H. Schouten, A.N. Godefroy in Nieuw Archief voor wiskunde, 2e R. IV (1900), 353.
Hoogeveen