van hem vindt men in Rippertus Sixtus, Troostrijcke Fonteyne der Zalicheyt (Leeuw, 1644); dez., Goddel. Wechwijzer der Uytvercoorener waren Gheloovighen (Leeuw. 1649) en in Sibylle van Griethuysen, Hemelsche Troostborne (Leeuwarden 1652). Een ander blijk van zijn kunstzin is de titelprent in de laatstgenoemde Hemelsche Troostborne.
Zie: W. Eekhoff, De stedelijke bibliotheek van Leeuwarden (Leeuw. 1870), 152, 197, 223, 421; J.H. Halbertsma, Hulde aan Gijsbert Japiks (Bolsward 1824) II, 365-371; mijn Bodders yn de Fryske Striid (Boalsert 1926), zie register; J. Haantjes, Gijsbert Japicx, Fries dichter in de 17de eeuw (Amsterdam 1929); C. Kramer, Fortaelkinst fen Gijsbert Japicx ut it Fransk in Neophilologus (1932); R. Visscher, Catalogus der Sted. bibl. van Leeuwarden ('s Grav. 1932), register i.v. Cl. Fonteyne.
Wumkes