[Folmer, Hendrik Tiddens]
FOLMER (Hendrik Tiddens), geb. te Groningen 15 Juli 1810, overl. te 's Gravenhage 15 Dec. 1869, geneeskundige. Hij ontving zijn eerste onderricht te Groningen, daarna gedurende vijf jaar op de Hernhutterschool te Neuwied aan den Rijn. Na vervolgens een jaar lang onder leiding van den rector van Franeker te hebben gestaan en het instituut van Dr. H.J. Nassau te Assen te hebben bezocht, werd hij student te Groningen, waar hij eenige jaren studeerde. Meer dan drie jaar bezocht hij dan de geneeskundige school aan de Academie te Berlijn en werkte vervolgens een vol jaar in de hospitalen te Weenen, Parijs en Londen. Teruggekeerd naar Groningen, promoveerde hij aldaar tot doctor in de geneeskunde op proefschrift De corneae sectione (1835), terwijl hij kort daarna bevorderd werd tot doctor in de heel- en verloskunde. Na zijn promotie vestigde hij zich als geneesheer te Groningen, spoedig daarna te Assen, waar hij zich weldra in een zeer uitgebreide praktijk mocht verheugen. Hij werd er stads-geneesheer en geneesheer bij het garnizoen, lid-president der provinciale geneeskundige commissie enz. Zeer verdienstelijk maakte hij zich o.a. bij de typhus-epidemie te Assen. Wegens gezondheidsredenen en familieomstandigheden vestigde hij zich te Rotterdam (1847), daarna te 's Gravenhage, waar hij overleed.
Door zijn vrienden Mr. P.W. Alstorphius Grevelink en Mr. W. Goedkoop werd een nagelaten geschrift van Folmer uitgegeven, als resultaat van diens ondervinding en belangstelling in destudie der koortsen, onder den titel Een woord over de kortstondige ziekten en spoedige sterfgevallen dezer dagen, in vollen en krachtigen leeftijd. In verband met een daaruit voortvloeyende gedachte over het wezen en het ontstaan van verscheidene veelal nog onbekende en raadselaehtige ziekten, waaronder ook de cholera ('s Gravenhage 1870). In het voorwoord van de uitgevers wordt een beschrijving van het leven van Folmer gegeven.
Zie: Bibliotheca medica, neerlandiea (1930), 219, 326.
Wijnman