[Cornelis, Mr. Karel Lodewijk Joseph]
CORNELIS (Mr. Karel Lodewijk Joseph), geb. te Roermond 12 Jan. 1819, overl. aldaar 25 Aug. 1884, was de zoon van Mr. Joseph Cornelis en Henriëtte Catharina van Dam.
Eerst laat besloot hij te gaan studeeren, en wel te Leiden, waar hij 17 Apr. 1845 werd ingeschreven en waar hij 19 Juni 1848 in de rechten promoveerde op een dissertatie De obligationibus in solidum. Hij vestigde zich als advocaat in zijn geboorteplaats en werd 31 Mrt. 1854 benoemd tot kantonrechter te Weerd. Op 23 Apr. 1861 werd hij in het kiesdistrict Roermond tot lid der Tweede Kamer gekozen. Hij behoorde tot de liberale partij en was een aanhanger van Thorbecke. Hij heeft, ook toen de meerderheid in Limburg langzamerhand clericaal werd, zijn beginselen nooit, zooals vele anderen in Noord-Brabant en Limburg, verloochend.
Toen hij 13 Febr. 1864 herbenoemd werd als kantonrechter en dientengevolge als Kamerlid moest aftreden, werd hij 1 Mrt. d.a.v. niet herkozen, maar bij de periodieke verkiezing op14 Juni d.a.v. kwam bij in het district Roermond weder, hoewel met een kleine meerderheid, uit de bus. Hij bleef lid tot de ontbinding ingevolge de motie Keuchenius (dl. I, kol. 1246), waarna hij 28 Oct. 1866 niet herkozen werd. Maar na de tweede ontbinding ingevolge de verwerping der begrooting van van Zuylen (Buitenlandsche Zaken) werd hij 22 Jan. 1868 in hetzelfde district voor de derde maal gekozen.
Hij verkreeg op zijn verzoek 18 Mrt. 1869 met ingang van 1 Apr. d.a.v. eervol ontslag als kantonrechter en verhuisde naar Roermond. Op 20 Mei 1870 stemde hij voor de afschaffing der doodstraf. Met hem stemden van de liberale Roomsch-Katholieken alleen Guljé (dl. VIII, kol. 646) en van der Maesen (dl. V, kol. 335) voor.
Op 15 Mrt. 1871 werd hij tot officier van justitie bij de arrondissements-rechtbank te Roermond benoemd. Hij trad dus als Kamerlid af en, hoewel candidaat gesteld, werd hij 11 Apr. d.a.v. niet herkozen. Hiermede was zijn politieke loopbaan afgesloten. Hij bleef officier van justitie tot zijn overlijden.
Hij was ongehuwd.
Ramaer