[Borgesius, Joachim]
BORGESIUS (Joachim), geb. 9 Apr. 1625, overl. 21 Dec. 1666 te Groningen, broeder en opvolger van Joh. B. (die volgt), ontving zijn opleiding aan de latijnsche scholen te Appingedam en Groningen, werd in 1642 als student aan de hoogeschool ingeschreven en legde zich vooral toe op de theologie en wiskunde. Ook bezocht hij de academiën te Leiden en Utrecht. Na zijn benoeming tot conrector te Wesel in 1649 trad hij in het huwelijk met Barbara Roelofs van Rhee (1650). In 1653 benoemden de Staten hem tot buitengewoon hoogleeraar in de wiskunde en welsprekendheid te Groningen, waar hij 18 Apr. 1654 de inaugureele oratie hield. In 1655 behaalde hij den doctoralen graad in de wijsbegeerte en letteren. In Jan. 1660 zag hij zich tot gewoon hoogleeraar bevorderd. De hoogleeraar Eyssonius sprak 28 Dec. de lijkrede uit.
Zie: W.B.S. Boeles, Levensberichten der Gron. hoogleeraren, 38, achter Jonckbloet, Gedenkboek der Hoogeschool te Groningen (1864).
Wumkes