huwelijk; het Journaal van Huygens spreekt weinig vleiend over haar. Zij had een slechte reputatie, zoodat men zich mag afvragen of het wel ter wille van haar echtgenoot was, dat zij in den zomer van 1676 in het leger verscheen. In later jaren verergerde haar gedrag en vertelde men als zeker, dat zij in een tuchthuis was opgesloten; toch werd zij weer door haar man in genade aangenomen. Zij hadden 3 zoons en 2 dochters, waarvan Adriaan hiervoor gaat.
Zie: Aitzema, Saken van St. en O., V, 792-94; Wagenaar, Vad. Hist. XIII, 199; Bosscha, Neerl. Held. te Land2 II, 472, 478; Journaal v. Huygens, over hem: I, 6, 9, 255, 256, 276, 297, III, 75, IV, 44, 45 enz. tot 137; over haar: I, 255, 256, 276, 297, 496, IV, 45, 55, 103, 104, waarbij Hora Siccama, Aant. op het Register, 97; Mdbl. Ned. Leeuw XXI, 157, XXII, 4; Alg. Ned. Familiebl. XIV, 219.
Regt