[Bocholtz, Godfried baron van]
BOCHOLTZ (Godfried baron van), heer van Grevenbroich enz., overl. te Venlo 21 Oct. 1577, zoon van Arnold en van Alexandrina Francisca Vinck tot Langefeld. Hij was drost en pandheer van Wachtendonck, sedert 15 Oct. 1547, en kreeg met toestemming van keizer Karel V Grevenbroich in pand, welke heerlijkheid hij later kocht. In 1547 wordt hij vrijheer genoemd en in 1555 en 1560 op den landdag te Roermond en Nijmegen als lid der ridderschap verschreven. Na een gevecht met de Staatschen werd hij 20 Oct. 1577 doodelijk gewond naar zijn huis te Venlo gebracht, waar hij den volgenden dag overleed. Hij huwde volgens huwelijksche voorwaarden van 14 Mei 1545 Maria van Reifferscheid, vrouwe van Pesch, en hertrouwde in 1546 Alexandrina van Wittenhorst, dochter van Jan, heer van Horst, en van Judoca van Wees. Zijn dochter Margaretha bracht het pandschap van Wachtendonck aan haar gemaal Arnold III Huyn van Geleen (dl. VIII, kol. 895).
Zie: Johann Finken, Geschichte der ehemaligen Herrlichkeit Lobberich (Lobberich 1902), 102; Alphabetische lijst der edelen die sedert 1555 ter bijwoning van de vergaderingen der Staten van het Overkwartier beschreven werden in Maasgouw (1881), 535; J. Verzijl, Genealogie der heeren en pandheeren van Wachtendonck (m.s. 1918).
Verzijl