[Altena, Henricus Wiardus van]
ALTENA (Henricus Wiardus van), geb. in 1709, overl. 13 Dec. 1771, was eerst vaandrig onder het regiment Oranje-Friesland en werd 13 Maart 1739 aangesteld tot griffier van het Hof van Friesland, voor welke waardigheid hij in 1746 schijnt bedankt te hebben; toen werd hij volmacht ten landsdage, in 1748 was hij lid van de Staten en werd in 1751 grietman van Tietjerksteradeel. Hij had bij Johanna Hillegonda Glinstra negen kinderen, waaronder zijn zoon Hector Livius, die voorgaat. Na haar dood hertrouwde hij met Anna Catharina Doys, weduwe van Samuel de Lannoy. Zijn wapen bestond in een veld van azuur, met een dwarsbalk van goud, waarop drie eenden van zilver, boven en onder den balk een klaverblad van goud.
Aan hem waren verwant Dr. R.H.v. Altena, raad in de vroedschap en secretaris van Leeuwarden, schrijver van Edelmoedige en volkslievende schriftelijke propositie (Leeuw. 1786), wiens bibliotheek verkocht is 23 Apr. 1796, en H.L. van Altena, postmeester van Friesland, schrijver van Consideratiën aan de Commissie van 18 uit de representanten van Friesland ingegeven (Leeuw. 1795).
Zie: mijn Dorpskroniek van Friesland (Leeuw. 1930), 343, 395, 405, 414; H. Baerdt van Sminia, Nieuwe Naamlijst van Grietmannen, 135, 136.
Wumkes