te Leiden als student in de rechten inschrijven (‘Antonius Zurcher Mulhausensis’); blijkbaar voleindigde hij echter zijn studie niet. Op lateren leeftijd verhuisde hij van Nieuwer-Amstel naar Utrecht, waar hij overleed. Zijn vrouw was in 1824 reeds dood.
Kramm noemt Zurcher kunstgraveur en teekenaar en zegt verder woordelijk ‘een sierlijke en zinspelende toepassing op de Provincie Holland is door hem geteekend en door J.W.J. Strunck sculp. in fo, en het beste wat ik van zijn werk gezien heb is een boekprent, in fo. oblong, gezicht van een verblijfplaats der inwoners van Port des Français in den Vischtijd’'. Wurzbach duidt hem aan als teekenaar en graveur van vignetten en boekillustraties te Amsterdam. Hiervan is alleen het laatste minder juist.
In het Prentenkabinet te Amsterdam vindt men een aantal gravures van Zurcher, nl. portretten van militairen (Col. Command. J.L.E. Scheppers, Luit. Col. C.L. Teutscher von Liesfeld, Maj. G.W. von Nitzwitz, Kapt. J.A. Brendel, C.T.E. Alberti, J. Kroon, Luiten. J.J. Colthoff, Col. W. Spiering, Maj. P. van Nievelt, Kapt. J.H. Elsevier, J. Schiphorst, V.W. Grave van Hompesch, L.F. de Pasque), alle met onderschrift ‘Hausdorff ad viv. del. A. Zurcher sculp.’, verder portretten van A. Hulshoff, A. Beekhuis (overl. 11 Juni 1797), Simon Brand (P.H. Revelman del.), prof. Petrus Haack, I.F. Martinet, W. van Oosterwijk Hulshoff, proponent (overl. 17 Mei 1795, 24 j.), F.G.C. Rütz, J.C. Lavater, Sobieski, van Swieten, C. baron van Boetzelaer (op het titelblad van De belegering en verdediging van de stad Willemstad door P. van Oldenborgh, Amst. enz. 1793). Ook bevinden zich hier de tweede door Kramm genoemde gravure e.a. van dien aard (overblijfsels van de lantaarn van Demosthenes, stier van Farnese, Maleager, altaar der Bacchusfeesten, Theseus verwinnaar van den Minotaurus, Hercules den Hemel torsende en in het algemeen afbeeldingen van fonteinen, tempels en grafteekens), verder een reeks illustraties voor de werken van Jacob Cats (6 dln. in 8o) en een gekleurde teekening, voorstellende den vlinder Livornica met rups en pop, waaronder staat ‘gravé par A. Zürcher 1828 agé 73 ans se trouve aujourdhui chez son gendre I.P. Schouburg a Utrecht’. Andere door Zurcher geïllustreerde boekjes zijn: Janffret, Diergaarde voor de jeugd (1801), 12o; Reis door Holland (Amst. 1815, 8o, blz. 24 en 38); Joh. van Straaten, Nieuwe verbeterde bouwkunde van A.
Ezey, voorstellende onderscheidene soorten van trappen
(Amst. 1829, 4o). Ten slotte heeft Zurcher nog een kaart van 's Gravenhage gegraveerd.
In het bezit van de familie Menger-van der Kellen te Soestdijk bevindt zich thans nog een fraaie penteekening van Zurcher, vervaardigd ter gelegenheid van de ‘vijfde verjaring mijner teeder geliefde kleindochter M(aria) A(ntoinette) H(oogkamer), 1818’.
Zie: Alb. Stud. Leiden; Doopboeken Gem. Archief Amsterdam; Lidmatenregister Archief Ned. Herv. Gem. Amsterdam; C. Kramm, De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders (1863) VI, 1903; Wurzbach, Künstlerlexikon, i.v.; Fichescollectie Prentenkabinet te Amsterdam.
Wijnman