in de zaak van een jongen Engelschman, Nicholas Hubbard, heette het kantoor, sinds 1789, Nicolaas en Jacob van Staphorst en Hubbard; ten slotte, toen Hubbard in 1801 was uitgetreden en een neef Roelof van Staphorst deelgenoot was geworden, noemde het zich N. en J. en R. van Staphorst, naam, die het bleef dragen ook toen later geen lid van de familie van Staphorst meer in de zaak was geïnteresseerd.
Van Staphorst, aanvankelijk niet onder de vooraanstaande kooplieden te rekenen, zocht tijdens den amerikaanschen vrijheidsoorlog gaarne relaties met de agenten van de opstandelingen. Toen zijn kantoor, samen met Willem en Jan Willink en de la Lande en Fynje in 1782 de opdracht ontving, om voor de Vereenigde Staten een leening van ƒ 5.000.000 te openen, begon voor de firma de tijd van aanzien en grootheid. De drie genoemde firma's openden in 1782 en 1784 voor de Amerikanen leeningen tot een totaal beloop van ƒ 7.000.000; van Staphorst en Willink samen hielpen de Vereenigde Staten aan eenige millioenen in de moeilijke jaren, toen het crediet van de Unie ernstig bedreigd werd, en zij bleven de Amerikanen bedienen, toen in 1789, met de invoering van de nieuwe Constitutie in de Vereenigde Staten, de financiën van den herboren staat op deugdelijker grondslag werden gebracht. Tusschen 1787 en 1794 wisten zij in Amsterdam in het geheel voor ƒ 23.500.000 obligaties ten behoeve van de Unie te plaatsen. Het kantoor van van Staphorst had eerder, reeds in 1782, voor Maryland een leening van ƒ 600.000 pogen te plaatsen en het beheerde sinds 1789 tal van negotiaties op onderpand van de aanvankelijk nogal riskante binnenlandsche schuldpapieren der Vereenigde Staten. Sterk uitgebreid werden de amerikaansche belangen van van Staphorst nog, toen hij in 1789 samen met Pieter Stadnitski, Pieter en Christiaan van Eeghen en ten Cate en Vollenhoven een agent naar de Vereenigde Staten zond om er de beleggings- en speculatiemogelijkheden te onderzoeken. De genoemde groep, voor enkele groote belangen nog uitgebreid met Willem en Jan Willink en R.J. Schimmelpenninck, kwam weldra in het bezit van uitgestrekte landerijen in New York en Pennsylvania en kreeg in Amerika vermaardheid als ‘The Holland Land Company’.
Nicolaas van Staphorst was 31 December 1779 gehuwd met Maria van Beeftingh, een Rotterdamsche, dochter van Nicolaas, klerk bij de Admiraliteit op de Maze, en Christina van Horx. Hij overleed kinderloos.
Een silhouet in 12o, zonder naam van graveur, vindt men van hem bij Rogge, Gesch. der Staatsregeling v.h. Bat. Volk, Pl. II en bij Colenbrander, Bat. Republiek, 34.
Zie: Colenbrander, Patriottentijd III en de bijlagen; dez., De Bataafsche Republiek; dez., Gedenkstukken I; Navorscher X, 206; Breen, De Regeering van Amsterdam gedurende den Franschen Tijd in Jaarb. Amstelodamum XII (1914); van Nierop, Lijst van de honderd Hoogstaangeslagenen te Amsterdam in 1813 in Ec. Hist. Jaarb. XI; van Winter, Het aandeel van den amslerdamschen handel aan den opbouw van het amerikaansche gemeenebest.
van Winter