Q.
[Quesnel, Hendrik]
QUESNEL (Hendrik), geb. in 1754, overl. te Delft 21 Juni 1804, werd 27 Jan. 1796 in het kiesdistrict Wateringen tot lid der Nationale Vergadering gekozen. Hij sloot zich, als vele roomschgezinde Hollanders, bij de radicale Patriotten onder leiding van Vreede aan.
Op 25 Apr. 1796 stelde hij, omdat onder Willem V vele buitenlanders landsbetrekkingen hadden gekregen, voor, te bepalen dat de ambtenaren Nederlander moesten zijn. Dit werd aangenomen. Verder wees hij er op, dat een aantal personen, oud 30 à 36 jaren, pensioen trokken, hij achtte het gewenscht, dat die weder in dienst genomen werden.
Op 4 Aug. d.a.v. wees hij P. Bosveld (dl. IV, kol. 260), die gezegd had, dat de Nederd.-Hervormde kerk nimmer in Nederland gepredomineerd had, terecht; hij wees met verschillende voorbeelden aan, dat voor begrafenis- en armenfondsen van Nederduitsch-Hervormden nog 1½ jaren na de omwenteling de andersdenkenden geregeld gelden moesten opbrengen.
Hij werd 2 Aug. 1797 zoowel in het district Wateringen als in Delft gekozen. Hij nam nu ingevolge loting zitting voor Delft. Met den staatsgreep van 22 Jan. 1798 vereenigde hij zich en bij de verdeeling van het nu Constitueerende Vergadering genaamde lichaam werd hij 4 Mei 1798 lid der Eerste (d.i. onze Tweede) Kamer. Ingevolge den staatsgreep van 12 Juni d.a.v. werd hij als lid ontslagen, maar bij de verkiezingen op 15 Juli werd hij in het district Delft gekozen tot lid van het Vertegenwoordigend Lichaam. Hij bleef dit tot den derden staatsgreep van 19 Sept. 1801, en geraakte toen buiten de politiek.
Hij huwde Anna Ploeger, die hem overleefde.
Ramaer