[Oomen, Henricus Joseph]
OOMEN (Henricus Joseph), geb. te Venray 15 Oct. 1795, overl. te Roermond 14 Juli 1859, begr. te Venray, zoon van Hendrik Oomen, medicinae doctor, en Margaretha Verdellen. Hij werd na de voltooiing zijner studiën 1 Mei 1820 te Keulen priester gewijd, werd in Dec. 1820 kapelaan te Blerick, 11 Febr. 1826 rector van de O.L.V. Kapel te Oostrum en 14 Mei 1834 pastoor te Arcen. In Oct. 1841 werd hij tot eersten president van het herstelde groot seminarie van Roermond benoemd, welk ambt hij tot zijn dood waarnam. 10 Juli 1854 werd hij eere-kamerheer van paus Pius IX en, bij de herstelling van het Kathedraal Kapittel in 1859, daarvan de eerste proost. In hetzelfde jaar werd hij examinator prosynodalis en sedert 14 Juli van dat jaar vicaris-generaal van het bisdom Roermond. Een fraai monument, 'waarop zijn marmeren beeltenis in kanunniks-gewaad, bedekt zijn graf.
Zie: Maasgouw (1882), 664, (1907), 71; Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg (1898), 57-58.
Verzijl