[Nagell van Ampsen, Mr. Justinus Egbert Hendrik baron van]
NAGELL VAN AMPSEN (Mr. Justinus Egbert Hendrik baron van), geb. te 's Gravenhage 14 Nov. 1825, overl. te Laren 24 Jan. 1901, was de zoon van J.A.C. baron van Nagell van Ampsen, die voorgaat, en J.M.W. baronesse Rengers. Hij studeerde aan het athenaeum te Deventer, waar hij 21 Mrt. 1843 werd ingeschreven. Daar dit niet het jus promovendi had, ging hij na 2 jaren te Utrecht studeeren, waar hij 30 Sept. 1845 werd ingeschreven en 30 Juni 1848 op stellingen in de rechten promoveerde.
Hij werd 23 Aug. 1851 benoemd tot burgemeester van Laren en 24 Mei 1859 in het kiesdistrict Zutfen tegen het aftredend lid Mr. M.J. van Löben Sels tot lid der Provinciale Staten gekozen. Hoewel hij evenals deze tot de conservatieve richting behoorde, was de bedoeling der kiezers, dat niet de meerderheid der leden voor dat district bewoners van de gemeente Zutfen zouden zijn. Zijn medeleden kozen hem 10 Mei 1864 tot lid van Gedeputeerde Staten van Gelderland. Hij verkreeg nu eervol ontslag als burgemeester. Hij was een der bekwaamste leden en is ook eenige malen voor commissaris des konings in aanmerking gekomen, maar hij heeft, waar hem deze betrekking werd aangeboden, steeds bedankt. Hij is zooals zoovele conservatieven, die hun partij langzamerhand zagen slinken, en waar het drijven van Kuyper voor sectescholen hem een ramp voor het land scheen, omstreeks 1880 tot de liberale partij overgegaan. Deze partij, die in Gelderland, evenals tien jaren te voren de conservatieve, aan het slinken was, koos van Nagell 24 Mrt. 1888 tot lid der Eerste Kamer. Toen de clericale partij de meerderheid had, werd hij bij zijn periodieke aftreding tegen Sept. 1893 op 11 Juli te voren niet herkozen. Sedert was hij ambteloos.
Hij huwde 17 Oct. 1850 Sophia baronesse Schimmelpenninck van der Oije, geb. 30 Sept. 1828, overl. 3 Mrt. 1897, bij wie hij 6 zonen, van wie 2 jong stierven, en een dochter had.
Ramaer