[Nagell van Ampsen, Jacques Adriaan Christiaan baron van]
NAGELL VAN AMPSEN (Jacques Adriaan Christiaan baron van), geb. te 's Gravenhage 26 Juni 1784, overl. te Laren (Gelderland) 2 Oct. 1883, was de tweede zoon van A.W.C. baron van Nagell tot Ampsen (dl. II, kol. 977) en Anna Catharina Elisabeth du Tour. Hij werd 19 Jan. 1814 door den Souvereinen Vorst benoemd tot raad bij het generaal commissariaat in het departement van den Boven-IJsel en toen deze betrekking was opgeheven 29 Aug. d.a.v. tot lid der Staten van Gelderland voor het platteland. Hij nam bij de verdeeling der zetels zitting voor het kiesdistrict Zutfen. Op 4 Juli 1822 werd hij door zijn medeleden gekozen tot lid der Tweede Kamer. Hier was hij, hoewel hij weinig sprak, een der invloedrijkste leden. Hij schaarde zich meestal bij de leden, die tegen de conservatieve meerderheid oppositie voerden en tegen de heimelijkheid inzake de financiën. Langzamerhand werd hij conservatiever.
Hij bleef Kamerlid tot de invoering der nieuwe grondwet in het laatst van 1848. Op 1 Juni 1849 werd hij door de ridderschap van Gelderland ter vervanging van zijn vader (die dit tot zijn 93e jaar was gebleven) opnieuw gekozen tot lid der Staten van die provincie, maar nam de benoeming niet aan. Na het overlijden zijns vaders betrok hij het door dezen bewoonde kasteel Ampsen onder Laren en wijdde zich verder aan landbouw en economie. Tot zeer hoogen leeftijd was hij helder van geest.
Doordat zijn vader in 1814 in de ridderschap van Gelderland werd opgenomen en in 1822 den titel