Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Mulders, Christiaan]

MULDERS (Christiaan), geb. te Horst (Limburg), neef van den beurzenstichter Joh. Molitoris (zie kol. 1162), overl. 7 Sept. 1701 te Moll in de Kempen, waar hij sinds 1677 pastoor was. Ten onrechte plaatst Coppens (dl. I,162 en dl. V, 192) hem op de lijst der officialen van het bisdom 's Hertogenbosch, welk ambt in dien tijd gevestigd was

[p. 1188]

te Moll. Schutjes toont aan, dat de pastoor van Milligem bij Geel, dit ambt in dien tijd bekleedde tot zijn dood, 1700.

Bij testament van 20 Aug. 1701 stichtte Chr. Mulders een studiebeurs ten voordeele zijner bloedverwanten en van studenten uit Horst en Moll, zoo nochtans, dat die van Horst de preferentie zouden hebben. Collatoren waren drie bloedverwanten van den stichter en bij ontstentenis van dezen de pastoor van Horst. Opbrengst 62 gulden 's jaars, aldus vermeldt Habets. Noch Coppens, noch Schutjes vermelden iets over deze stichting, welke niet voorkomt op de naamlijst der beurzenstichtingen onder belgisch beheer in 1872.

Zie: Coppens, Beschr. bisdom 's Hertogenbosch; Schutjes, Gesch. bisdom 's Hertogenbosch V, 120, 146; Habets, Gesch. bisdom Roermond III, 623.

Fruytier