reglement tegen de pracht en praal uit; hierbij werd omschreven, hoeveel slaven, paarden en rijtuigen een ambtenaar mocht houden of met zich op straat meevoeren, en werden zelfs voorschriften opgenomen omtrent de kleeding, wandelstokken en zonneschermen etc. Maar ook werden daarbij de eerbewijzen geregeld, die men den Raden van Indië en andere autoriteiten moest toebrengen.
De moeilijkheden, die bij van Imhoff's dood bestonden ten gevolge van diens ontactisch optreden, zoowel in Mataram als Bantam, wist Mossel op gelukkige wijze te beëindigen, door in 1753 den rechtmatigen sultan in Bantam op den troon te herstellen en in 1755 het vredesverdrag van Ganti goed te keuren, waarbij elk van de beide Mataramsche pretendenten een deel van het rijk verkreeg en dit gesplitst werd in de Vorstenlanden Soerakarta en Djokjakarta. Minder succes had zijn optreden in Bengalen, waar een Compagniesvloot, ultgezonden om de toenemende macht van de Engelschen, die de Comp. aldaar dreigden te overvleugelen, tegen te gaan, in 1759 op de Ganges totaal werd verslagen.
Ondanks het feit, dat Mossel graag voor een vroom man doorging en o.a. op eigen kosten een Maleische vertaling van den bijbel liet drukken, was hij weinig scrupuleus in de middelen om zichzelf te verrijken.
Mossel was in 1730 gehuwd met Adriana Appels, geb. in 1714, overl. in 1743, dochter van Pieter Appels en Catharina van Loo. Zij schonk hem 7 kinderen, waarvan er 3 jong overleden - een tweetal hiervan verdronk in 1741 bij het vergaan van een schip -; de 4 andere zijn: Philippina Theodora Mossel, geb. 16 Febr. 1731, overl. te Batavia 1 April 1765, gehuwd eerst met den Raad van Indië Johan Andries baron von Hohendorf, en later, 6 Maart 1762, met den Raad van Indië Nicolaas Hartingh; Mr. Jacob Mossel, geb. 24 Juli 1739 te Negapatnam, gecommitteerd Raad van Holland enz., overl. te Rotterdam 28 Sept. 1797 (dl. II, kol. 946); Catharina Johanna Mossel, geb. in 1741, gehuwd in Oct. 1765 met jonkheer Gerard Maximiliaan Taets van Amerongen, overl. 6 Aug. 1795; Geertruida Margaretha Mossel, geb. in 1742, gehuwd te Batavia 24 April 1757 met Mr. Pieter Cornelisz. Hasselaer, heer der beide Eemnessen, Raad van Indië, later Burgemeester van Amsterdam.
Zijn portret door een onbekend kunstenaar bevindt zich in het Paleis te Weltevreden. Een ander bij baron Taets van Amerongen van Renswoude op het kasteel Renswoude; drie verkleinde copieën, eveneens door onbekende kunstenaars, zijn in het Paleis te Buitenzorg, in het Ministerie van koloniën te 's Gravenhage en in het Rijksmuseum te Amsterdam; J.V. Schley graveerde zijn portret.
Zie: van Rhede v.d. Kloot, De Gouverneurs-Generaal van Ned. Indië; F. de Haan, Oud- Batavia (register); dez., Priangan (register); de Jonge, Opkomst, dl. X.
Stapel