[Matheesens, Ludovicus]
MATHEESENS (Ludovicus), pater van de orde der Augustijnen-Eremieten, geb. te Mechelen, overl. te Maastricht 2 Juni 1734, oud 37 jaar, sinds 17 jaar geprofest en 14 jaar priester. Hij had in het gentsche klooster de geloften afgelegd en was aldaar werkzaam geweest aan het college als professor der humaniora en der wijsbegeerte. 1730 komt hij voor als missionaris-assistent in de statie der paters Augustijnen ‘De Ster’ te Amsterdam in de Spinhuissteeg. Volgens de verklaring afgelegd op het plakkaat van 1730 was hij in 1732 assistent bij den missionaris-Augustijn Franc. van Munninxhoven, oud 71 jaar, die twee jaar na pater Matheesens overleed, 5 Aug. 1736. Deze was dus geen pastoor, zooals Keelhoff beweert. Pater M. reisde na een bezoek te Gent over Maastricht naar Amsterdam terug. Terwijl hij op Pinksteren predikte in de kloosterkerk te Maastricht, zakte hij ineen en stierf.
Zie: Keelhoff, Gesch. van het kl. der Augustijnen te Gent, 257, 258; Bijdr. bisdom Haarlem XIV, 178, XVII, 80, 173, 197, 442; Archief aartsb. Utrecht 1, 102.
Fruytier