[Hoogvliet, Frans Cornelis Arnold]
HOOGVLIET (Frans Cornelis Arnold), geb. te Zaltbommel 14 Maart 1828, overl. op de terugreis van Paramaribo 27 Aug. 1887. Zijn vader Jan Marius Hoogvliet was rector van de latijnsche school te Zaltbommel, zijn grootvader F.C. Hoogvliet was predikant te Schiedam, zijn overgrootvader was Nicolaus Hoogvliet (die hier volgt). Zijn moeder heette Anna Jacoba Alstorphius Grevelink. Hij studeerde te Leiden, werd predikant te Spaarndam en Spaarnwoude 9 Oct. 1853, te Monnikendam 10 Maart 1861, te Paramaribo 13 Juni 1877. Met verlof keerde hij van daar terug in Juli 1884; in 1886 ging hij opnieuw daarheen. Zijn vrouw heette Anna Elsabe Kist, met wie hij te Leiden huwde 21 Aug. 1856; zij was de dochter van Nicolaas Christiaan Kist en Catharina Wilhelmina Dyckmeester. Hij schreef: Is dat Naomi (Haarl. 1858); De wonderverhalen des Bijbels. Een woord tegen het moderne rationalismus in de Protest. Kerk (Amst. 1859); en een repliek op een recensie van ‘De Dageraad’: Hoe de dageraadsmannen hun standpunt verdedigen (Amst. 1860). Hij vertaalde Lang en Krause' s werk onder den titel: De moderne wereldbeschouwing voorgesteld en beoordeeld (Amst. 1860), en schreef onder pseudoniem Fluvialtus: Gedachten en beschouwingen omtrent vragen des tijds.... (Purmerend 1862).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Ned. IV, 268 v.: Brinkman's Catalogus van boeken (1850-1882), 551; Kerkelijk Handboek (1908) Bijl. 131, 143.
Knipscheer