1851; professor in de H. Schrift aan het Groot Seminarie te Roermond 20 Aug. 1854; kanunnik van het Kathedraal Kapittel 23 Juni 1862; president van het Seminarie 16 Maart 1865; Geheim Kamerheer van Z.H. vicaris-generaal 10 Mei 1887; ook was hij examinator, synodalis proost van het Kapittel, voorzitter der St. Josephsvereeniging en lid der priesterbroederschap St. Caecilia te Venray, waarvan hij meermalen de waardigheid van proost bekleedde.
Zie: Zijn bidprentje; Limburg's Jaarboek (1909), 220-225.
Verzijl