[Heyster, David]
HEYSTER (David), of Heister, overl. te Herveld in 1659, waar hij sedert 1631 predikant was. Bijzonderheden uit zijn leven zijn niet bekend. Zijn opvolger te Herveld (Ressen is wellicht ook door hem bediend, zie: Kerkelijk Handboek, 1903 Bijl. blz. 153) was Johannes Smit (1660-1667), die tot 1680 te Nijmegen stond, en toen naar Alkmaar en Amsterdam (1684) verhuisde (overl. aldaar 23 Mei 1710), een ander dan de beide bekende Smetii die ook in dezen tijd te Nijmegen predikanten waren (dl. V, kol. 756v.). De Synopsis der Handelingen van de classis Nijmegen van 1590-1660 is na den dood van Heyster door Joh. Smetius jr. bijgewerkt. N.C. Kist gaf het handschrift uit in het Ned. archief voor kerkelijke geschiedenis IV (Leid. 1844), blz. 1-108. Van zijn hand verscheen: Babel, ofte verwerde Spraeck ende Taele der Roomscher Kercke, in hetwelck wordt aenghewesen, hoedat de Leere der tegenwoordigen Roomscher Kercke, dewelcke voor omtrent honderd jaren, in den Concilie van Trenten, bevesticht is geworden, strijdet ende seer verre verscheelt van den Jure Canonico oft Pausselycke Canonycke Rechten.... (Nieumegen 1650).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. v. Prot. Godgel. in Ned. IV, 27v.
Knipscheer