[Heys, Jan]
HEYS (Jan), priester, oratoriaan, geb te Geertruidenberg, overleed 10 Jan. 1665 op het eiland Noordstrant bij Holstein. Hij trad 1649 in de congregatie van het Oratorie in België en bestuurde een tijd het college der oratorianen te Mechelen. Hij kon zeer vaardig latijnsche gedichten maken en stelde verschillende stukken op voor het tooneel. Zij werden niet gedrukt. Bekend zijn: een latijnsch gedicht, gericht aan de H. Maagd Maria, vereerd te Duffel door de Congreganisten van Mechelen; een treurspel getiteld Septemdecim provinciae, dat handelt over den vrede van Munster. De Raadsheeren van het Parlement van Mechelen en van la Chambre Mi-partie, die in de stad verbleven, waren tegenwoordig bij de opvoering. Zij vereerden om hun instemming met het stuk te toonen P. Heys een vat wijn. Hij wordt vermeld door Coppens, N. Beschr. bisdom 's Hertogenbosch III, 246; Schutjes, Gesch. bisd. 's Hertogenbosch III, 650; Paquot, Mémoires hist. lit. II, 29-30, die allen vermelden hetgeen men vindt in: Chronicon Oratorii D.J. apud Belgas (Ins. 1740), 73.
Fruytier