[Heijns, Stephanus Pieter]
HEIJNS (Stephanus Pieter), of Hijns, gedoopt te Kaap de Goede Hoop 22 Juli 1810, overl. te Kaapstad 27 Sept. 1873, zoon van Joseph Heijns en Maria Elizabeth Jordaan. Hij studeerde te Leiden, verwierf den gouden eerepenning voor zijn antwoord op een academische prijsvraag en werd doctor in de theologie op zijn proefschrift: De Gregorio Nysseno den 8en April 1835. Eerst tijdelijk predikant te Kaapstad (Holl. Geref. Gemeente), stond hij daar als leeraar sedert 21 April 1837. Te Kaapstad was hij secretaris van de Synode; ook hoogleeraar in de nederlandsche taal- en letterkunde en lector in het Hebreeuwsch aan het zuid-afrikaansche college. Dertig jaar lang was hij president van den senaat van die instelling, lid van de examencommissie op het theologisch college te Stellenbosch en van de commissie ter toelating van predikanten tot de hollandsche kerk aldaar.
Behalve zijn bovengenoemd proefschrift (verschenen te Leiden 1835), schreef hij zijn met goud bekroond antwoord op de aangeduide prijsvraag: Commentatio.... cum antiquissima illa Veteris Ecclesiae scripta, quae Patrum nomine apostolicorum hodie supersunt.... argumenti sint maxime moralis et practici.... verschenen in Annales Acad. Lugd. Bat. (L.B. 1833).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. v. Protest. Godgel. in Ned. IV, 18v.
Knipscheer