[Herre, Hans de]
HERRE (Hans de), geb. te Brussel, overl. te Dambrugge bij Antwerpen 12 Jan. 1571.
Hij woonde te Brussel, waar hij waard in eeu herberg was ‘In de vier Emmers’ en wordt vermeld als ‘Jehan de Here, hoste des Quatre Seaulx’. Tijdens de godsdienst-troebelen in 1566 was hij de Hervorming toegedaan en moest daarom bij de komst van Alva uit het land vluchten. Hij kwam later waarschijnlijk in het land van Kleef in kennis met Herman de Ruyter en was een der drie Geuzen, die in den avond van 9 December 1570 met Herman de Ruyter het slot Loevestein verrasten. Nadat de Spanjaarden op 19 Dec. het kasteel heroverd hadden werd Hans de Herre met een aantal makkers gevangen genomen en naar Antwerpen gevoerd. Bij vonnis van 12 Jan. 1571 werden zij ter dood veroordeeld en denzelfden dag werd hij te Dambrugge geradbraakt.
Zie: Acquoy, Herman de Ruyter, 77; van Schelven, Verklikkers rapporten over Antwerpen in het laatste kwartaal van 1566 in Bijdr. Hist. Genootsch. 1929, 282, 287; Papieren van prof. Acquoy in de Univ. Bibl. te Leiden; en vooral de afschriften van stukken over Loevestein in 1570 door ondergeteekende verzameld, en berustende in de Bibl. van het Hist. Genootschap te Utrecht.
Vogels