der Franciskanessen van het klooster Luythagen, en als socius van Mgr. M.A. Capello, dominikaan en bisschop van Antwerpen. Hij was ook definitor en vicaris van de provincie zijner orde. Hij vertaalde en gaf uit: Het heyligh Jaer van de Predic- Heeren Orden, dat is, voor elcken dagh van het Jaer een kort verhael van eenen heilighen of salighen van de orden van den H. Dominicus, die op dien, dagh gestorven is. Mitsgader een meditatie en Aenmerckinghe op hun principaele deugden. Uyt de fransche tael, en in Vranckryck gheapprobeert, in de Nederduytsche overgheset (Antw. J. Mesens, 1675; 2e uitg. Gent 1697).
Zie: Graf- en gedenkschr. v. Antw. V, 129, 253; de Jonghe, Belg. Dominicanum, 253; Quetif et Echard, Scriptores Ord. Praed. II, 711; Paquot, Mémoires litt. I, 320; Bijdr. bisd. Haarlem XII (1897), 200.
Fruytier