[Hertum, Henricus Walterus Jacobus van]
HERTUM (Henricus Walterus Jacobus van), zoon van Jacobus v. H. (dl. I, kol. 1090) en Johanna Maria Ceelen, geb. 17 Mrt. 1736 te Zierikzee, waar zijn vader veearts was. Deze werd 1839 overgeplaatst als eerste provinciale veearts naar Middelburg. Als lid van het R.K. kerkbestuur had deze aldaar een ruim aandeel in het bouwen der St. Pieterskerk in de Noordstraat, 1946, welke de onooglijke R.-K. kerk op den Blauwdijk verving. Hij deed Henricus, een zijner acht kinderen, de lagere studiën beginnen op het seminarie Hageveld. Niettegenstaande den vroegen dood van den vader (1849) voltooide Henricus van Hertum de studiën op het groot seminarie en werd 15 Aug. 1860 priester gewijd. Daarna werkte hij als kapelaan te Goes 1860-61, te Leiden O.L.V.-Hemelvaart 1861-64, te Rotterdam St. Laurentius 1864-65, te Amsterdam 1865-66. Hij bestuurde aldaar als rector het St. Jacobsgesticht 1866-73, waarna hij pastoor werd te Monnikendaam 1873-82. In dit laatste jaar werd hij overgeplaatst naar de parochie in 't Veld, N.H. Hier was hij werkzaam tot 1891, wianuier hij als pastoor naar Bodegraven verhuisde. Deze parochie nam hij waar tot zijn dood, 24 Nov. 1899. Tijdens zijn rectoraat te Amsterdam besteedde hij zijn vrijerr tijd aan de bewerking en uitgave der volgende boeken; Leerredenen op alle Zondagen en Feestdagen van het kerkelijk jaar het Hoogduitsch van J.E. Zollner (den Bosch 1865-67) 6 dln; Leerrede-