[Heeckeren van Enghuizen, Jacob Adolph van]
HEECKEREN VAN ENGHUIZEN (Jacob Adolph van), heer van Beurse, Enghuizen, de Cloese en Langen, geb. te Zutphen 6 Juli, ged. 9 Juli 1724, overl. ald. 20 Febr. 1792, zoon van Frans Jan, hiervoor, en van Transisalana Charlotta Juliana Agnes Adelheid des H.R.R. gravin van Rechteren.
Hij werd 19 Sept. 1741 student in de rechten te Harderwijk, daarna beschreven in de ridderschap van Zutphen, president van gedeputeerden uit dat quartier, ordin. raad in het Hof van Gelderland, scholtus binnen en buiten Zutphen, burgemeester van Doetinchem, landrentmeestergeneraal van Gelderland, gecommitteerde ter Staten-Generaal, gecommitteerde ter beneficieering van den Neder-Rijn en den Geld. IJsel en van 8 Aug. 1758 tot zijn dood wegens het quartier van Zutphen curator der hoogeschool te Harderwijk.
Hij huwde op den huize Dorth, te Bathmen, 17 Nov. 1751 Charlotte Alexandrine van Westerholt, geb. in 1723, overl. op het kasteel Enghuizen 18 Oct. 1778 en begr. te Zutphen 24 Oct., dochter van Johan Frederik v. W., bannerheer van Bahr en Lathum, heer van Hackfort, Scherpenzeel en Peursum, en van Sophia Charlotte des H.R.R. gravin von Wartensleben.
Uit dit huwelijk 13 kinderen, waarvan Evert Frederik v. H. van Enghuizen en Lodewijk v. H. van de Cloese hier voorgaan.
Zie: Nederl. Adelsboek (1925), 177; Herald. Bibliotheek (1882), 92.
Regt