[Heeckeren, Robbert van]
HEECKEREN (Robbert van), heer van Enghuizen, ged. te Zutphen 7 Dec. 1650, overl. 16 Nov. (volg. Her. Bibl. en Riddersch. van Zutphen) of 5 Dec. (Ned. Adelsb.) 1699, zoon van Evert (4) of Everhard, heer van Nettelhorst, Enghuizen en Barlham, en van Maria Torck.
Hij werd 20 Sept. 1669 student in de rechten te Harderwijk en 10 Febr. 1673 hetzelfde te Leiden, werd geadmitteerd in de ridderschap van Zutphen, gedeput, uit dat quartier en extraord. raad in het Hof van Gelderland. Hij stond bekend als een bekwaam rechtsgeleerde en werd vanwege de stad Zutphen in 1682 benoemd tot curator der geldersche hoogeschool, welk ambt hij tot zijn dood waarnam.
Toen zijn broeder Walraven, wegens vele en goede diensten den lande bewezen, in Febr. 1694 benoemd werd tot hoofdschout der Stad en Meijerij van's Hertogenbosch, kreeg deze tevens vergunning zijn broeder Robbert aldaar als zijn stadhouder aan te stellen; laatstgenoemde werd dan ook in 1694 aldaar ingehuldigd.
Uit de Quartier-Recessen blijkt dat hij tot velerlei commissiën werd gebezigd.
Hij huwde (ondertrouwd te Zutphen 11 Oct. 1687) met Anna Wilhelmina Cecilia van Keppel, vrouwe van Molecaten en Kampferbeek, geb. op Molecaten 13 April 1670, overl. 10 Juli 1704, dochter van Ludolf Hendrik, heer van Kampferbeek en Anna van Keppel,