Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Heeckeren, Joost van]

HEECKEREN (Joost van), van Hekeren, heer van Diepenbroek en nè 1579 ook van Roderlo, droeg eerst den voornaam Elderik, later dien van Joost. Geboren omstrecks 1545. overl. 10 of 20 Oct. 1619, zoon van Evert (3) (zie hiervoor) en van Agnes van Hackfort.

[p. 717]

Hij verscheen in de ridderschap van Zutphen 1575 en liet 27 Mei 1579 door zijn broeder Jacob (3) (zie vorig art.) verklaren, dat hij gezind was tot de Unie van Utrecht toe te treden. Jacob stierf in Juni 1579 en van dezen erfde Joost Roderlo. In 1582 komt hij voor als schepen te Zutphen, doch in 1597 moest hij de ridderschap verlaten, daar hem, zittende onder des vijands sauvegarde, benevens anderen edelen in gelijke conditie het recht werd betwist om op de land- en quartierdagen te verschijnen. Echter nam hij in het volgend jaar zijn plaats weer in, was in 1605 gedeputeerde; doch in hetzelfde jaar 1605 opnieuw onder 's vijands sauvegarde, moest hij tot 1607 wachten, eer hij wederom kon compareeren; hij bleef nu voorgoed lid der ridderschap.

Van hem zijn niet minder dan 18 kinderen bekend, waarvan de zoons allen ongehuwd zijn overleden, na de militaire loopbaan te hebben gekozen; vier daarvan zijn in dienst van den lande gesneuveld.

Joost van H. is driemaal gehuwd geweest. Eerst, volgens huw. voorw. van 21 Febr. 1571, met Agnes van Haeften, overl. in 1587, dochter van Alert v. H. heer van Ophemert en van Cuni gonda van Keppel van Verwolde. Hij hertrouwde, volg. huw. voorw. van 28 Nov. 1589, met Jasperina van Raesfeld, overl. 1591, dochter van Reinier v. R. heer van Romborch en van Stephania van Mechelen tot Santvoort, en trouwde voor de derde maal, 3 Oct. 1592, Henrica van Bevervoerde, overl. 9 Febr. 1614, dochter van Berend en van Anna Grubbe. Uit het eerste huwelijk sproten 9 kinderen, o.a. Agnes, vrouwe van Roderlo en Diepenbroek, in 1606 gehuwd met Wigbold de Rode van Heeckeren, heer van Overlaer; en Jacoba, die de gade werd van den bekenden Assuerus Mathisius, predikant te Deventer en te Kampen. Uit het tweede huwelijk van Joost v. H. sprool één kind; uit het derde acht kinderen.

Zie: Herald. Bibl. (1882), 59, 60; Ridderschap van Zutphen, 29; Alg. Ned. Fam. blad, XV, 427, 516, 517.

Regt