Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8
(1930)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 654]
| |
studeerde in 1843 de humaniora te Rolduc, werd in 1856 (8 Maart) te Roermond priester gewijd, was tot 1878 achtereenvolgens kapelaan te Hunsel, Bunde en Berg en ter Blijt, werd in Oct. 1878 pastoor van Oud-Vroenhoven en 1 Nov. 1881 tot eersten Rijks-archivaris in Limburg benoemd, welk ambt hij bekleedde tot aan zijn dood. 14 Juni 1880 was hij lid geworden van de Koninklijke academie van wetenschappen in Nederland; ook was hij eerelid der Koninklijke vlaamsche academie in België, en voorzitter van het Genootschap van geschied- en oudheidkunde in Limburg. Zeer talrijk zijn zijn geschriften op geschied- en oudheidkundig gebied, verschenen in de Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg, den Maasgouw, Verslagen en mededeelingen der Koninklijke akademie van wetenschappen, afdeeling letterkunde, enz., alsook in boekvorm afzonderlijk door hem uitgegeven. Wij noemen slechts: De geschiedenis van het bisdom Roermond, 3 deelen in 8o (Roermond, J.J. Romen, verschenen in 1875, 1891 en 1892). Het vierde deel, dat de dood hem verhinderde af te maken, is thans in bewerking bij Dr. W. Goossens, rijksarchivaris in Limburg; Jan van Weert, generaal der Beiersche en keizerlijke kavallerie en Jan van der Croon, gouverneur van Praag en onderkoning van Bohemen (Roermond, J.J. Romen 1862, 8o); De archieven van het kapittel der hoogadellijke rijksabdij Thorn, 1ste deel ('s Gravenhage, Algemeene Landsdrukkerij 1889, 8o); het tweede deel hiervan werd door den Rijksarchivaris in Limburg, wijlen A.J.A. Flament, afgewerkt en in 1899 bij dezelfde drukkerij uitgegeven; De studiebeurzen in Nederlandsch Limburg (Venlo, H.H. Uyttenbroek 1881, 8o); De Leenen van Valkenburg (Lb.), verschenen in de Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg (1884), 153-440, (1885), 3-394. Zie: A.J.A. Flament, In memoriam Joannes Josephus Habets, Rijksarchivaris in Limburg in Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg (1893), 5-10, waar zijn voornaamste geschriften, verschenen buiten dit tijdschrift en den Maasgouw, op blz. 11-14 staan opgeteekend; zie ook de algemeene tafels op de ‘Publications’ I-XL, blz. 45-56; A. Welters, Gedenkwaardige Limburgers: Jozef Habets in de Nedermaas (Aug. 1924), 10-12, waar zijn portret en grafmonument staan afgebeeld; zijn bidprentje. Verzijl |
|