Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Groenewoud, Abraham]

GROENEWOUD (Abraham), waarschijnlijk te Amsterdam geboren, overleed den 14en October 1720 te Haarlem, waar hij als jonge man van Amsterdam den 26sten Juni 1712 was getrouwd met Stijntje Jonkheer van Haarlem, bij wie hij 5 kinderen kreeg, waarvan het jongste 10 Maart 1720 werd geboren. Verder valt over hem niets te zeggen, dan dat hij in 1719 ‘als noch een leerling in de dichtkunst’ verscheen met een tooneelspel in 3 bedrijven, Geloofshervorming (Haarlem 1719), waarin Tezel aan Slegthoofd; Lichtgeloof en Goedhert ‘'t Hemelryk voor weinig geld ont-

[p. 636]

sloot’ en Lutherus ‘zijn geloof staat te ontleeden’ tegenover doctor Eck, alsmede met een kluchtspel De Verloore diamantring (Haarlem 1719), om verkwistenden theedrinksters van die dagen te leeren ‘vlieden al het Theebezoek, (dat) zooveel schoone geldjes zoek’ maakte, terwijl A. van H(ulkenroy) een Treurspel in 5 bedrijven Violante en Valeran (Haarlem z.j.) van hem als ‘Zwaanenzang, uit eigen vinding voortgesprooten, den Leezer geeft ten doel’. Vermoedelijk ging aan zijn Geloofshervorming vooraf Kort en bondig verhaal van de gebeurtenissen, gevallen, leer en levensloop van Dr. Martinus Lutherus, tot gedagtenisse van de Reformatie. In dichtmaat voorgesteld door Abraham Groenewoud (Haarlem z.j.), evenals hij in 1718 een 80-regellg pamflet schreef: De Lof-Trompet uytgeblasen over de Nederlaag der Spaense vloot in de Wateren van Ziracusa bevogten door den Engelsen Admiraal Bings op den 11. Augustus 1718 (Amst. 1718). In al het gerijmel is van kunst niets te bespeuren.

R. Zuidema