[Frescarode, Jeremias]
FRESCARODE (Jeremias), geb. te Guyenne in 1683, overl. te Rotterdam 14 Juni 1749. Zijn vader was predikant te Montaud (Fr.), uitgeweken in 1685 naar ons land en werkzaam te Gouda. Hij studeerde te Utrecht en te Harderwijk in de godgeleerdheid, werd predikant te Maarsen 15 April 1708, en waalsch predikant te Rotterdam 9 Nov. 1710. Op 4 Juli 1713 werd hij tot doctor honoris causa in de wijsbegeerte benoemd door de hoogeschool te Harderwijk. Spoedig hierop werd hij hoogleeraar aan de illustre school te Rotterdam. De waalsche synode heeft op zijn voorstel een weduwbeurs voor haar predikanten opgericht. Hij schreef: Dissertatio philologica de mensis veterum en Disserlatio philologica de poculis veterum (Harderw. 1701 (?)), en naar aanleiding van Sur le mensogne, een verhandeling van Jacques Saurin (zie art. in volg. deel), verdedigend de uitspraak van de waalsche synoden daarover: Apologie pour les synodes et pour Mr. Saurin (Rott. 1731), vertaald als: Verdediging van de walsche synoden en van den heer Saurin (Rott. 1731), hetgeen aanleiding gaf tot de uitgave: Réfléxions sur la déclaration que mr. Saurin a donnëe na dernier synode; el idée juste qu'on doit avoir de l'apologie pour ce pasteur, composée par Jer. Frescarode.... par un des pasteurs de l'église walonne à Leide (Leid. 1731).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenboek van Protest. Godgel. in Ned. III, 130 v.; Kerkelijk Handboek (1910) Bijl. 159.
Knipscheer