Het is treffend in des zoons gedenkschriften te lezen: ‘Al het goede dat ik onder zijne leiding en bescherming genoten, al die uren, die ik in zijn èn genoeglijk èn leerzaam gezelschap gesleten had; de door niets beperkte of gewijzigde dankbaarheid, die ik hem schuldig was, de natuurlijke genegenheid van een zoon door de waardeering der uitmuntende hoedanigheden van 's vaders hart en verstand aangekweekt en versterkt, dat alles overstelpte mij als het ware’ (A.R. stond op het punt naar Spanje te vertrekken).
Het optreden van zijn zoon te Amsterdam in Nov. 1813, het herstel der onafhankelijkheid heeft hij nog beleefd, maar de last des ouderdoms en het verlies van zijn gezichtsvermogen deden hem verlangen naar het einde, dat niet lang uitgebleven is. Troostelijk bleef voor zijn kinderen de overtuiging, dat, mochten zij ‘in zoovele zielshoedanigheden en loffelijke gewoonten’ beneden hem zijn gebleven, zij hem toch ook nooit stof tot ongenoegen of bekommering gegeven hadden.
Hij was aan de Kaap gehuwd (1775) met Engela Apollonia Bergh (zie kol. 85), uit welken echt geboren zijn, behalve Anton Reinhard (dl. I, kol. 845) en drie jong gestorven kinderen, 1) Egberta Angélique, echtgenoote sedert Nov. 1804 van Hendrik Singendonck, die bij haar wel dochters doch geen zoons heeft gekregen; 2) Amalia Carolina (24 Sept. 1779-10 Febr. 1852), die op 28 Febr. 1801 in het huwelijk trad met den zeeofficier Harco Hilarius Hora Siccama (1 Juni 1770-15 Febr. 1827), als lid van het Hoog militair gerechtshof te Utrecht overleden. Hieruit sproot een zoon jhr. Otto Willem Hora Siccama (1805-1879), de uitgever van A.R. Falck's Brieven en Ambtsbrieven ('s Gravenh. 1857 en 1878) en auteur van het levensbericht zijns ooms. Na het overlijden van zijn eerste vrouw en het vertrek zijner dochter Angélique, bij haar huwelijk naar Nijmegen verhuisd, hertrouwde Falck met Maria Magdalena Foyent, die hem reeds twee kinderen geschonken had. In 1808, dus op zeventigjarigen leeftijd, werd hem nog een zoon George Karel geboren, aldus ‘het zegel eener jeugdige liefde drukkend op dien huwelijksband’. De zoon van dezen, naar zijn oom Anton Reinhard gedoopt, is in 1894 kinderloos te Utrecht overleden.
Als no. 43 van het archief Falckiana komt voor een gesteendrukt portret van O.W. Falck (2).
Zie: Colenbrander, Gedenkschr.-Falck ('s Gravenh. 1913); van Berckel, Bijdr. tot de kennis van het europ. opperbestuur in Indië; Colenbrander, Kol. gesch. II ('s Gravenh. 1925); van der Meulen, Studies over het ministerie van v.d. Spiegel (Leiden 1905).
Bartelds