[Fabritius, Joannes Goswinus]
FABRITIUS (Joannes Goswinus), geb. te Schinnen 11 Febr. 1691, overl. te Rolduc bij Kerkrade 3 Aug. 1757, zoon van Adam, scholtis van Schinnen 1683-1710, en van Maria Libotte, trad in de augustijnerabdij Rolduc en legde aldaar 11 Febr. 1710 de kloostergeloften af. Achtereenvolgens was hij novicenmeester en prior en werd 12 Aug. 1745 tot abt benoemd. In het eerste jaar van zijn bestuur, luisterde hij door zijn tegenwoordigheid de eerste H. Mis op in de kapel van den H. Antonius, die op het veld tusschen Kerkrade en Rolduc gebouwd was, zegende het kerkje van Nieuwenhagen in en legde den eersten steen van de kerk te Merckstein. Omstreeks 1752 bouwde hij den oostelijken vleugel van Rolduc; de dood belette hem echter de overige plannen van den herbouw der abdij uit te voeren. Hij wordt in een handschrift genoemd: een in elk opzicht groot man, wiens leven een weldaad was voor de kerk. den godsdienst en den staat, een man beroemd door zijn zuiverheid van zeden en beoefening aller deugden.
Zie: R. Corten en A.H.M. Ruyten, Rolduc in woord en beeld, 149, waar ook een afbeelding voorkomt van zijn portret dat nog te Rolduc wordt bewaard; Maasgouw (1923), 2-3.
Verzijl