[Fabritius, Carel]
FABRITIUS (Carel), schilder. Plaats en datum zijner geboorte zijn onbekend; als geboortejaar geldt volgens beredeneering omstreeks 1620 of volgens Bleyswyck 1624. In 1643 leefde hij in Amsterdam, reeds weduwnaar en vader van een dochtertje. Ook het tijdstip zijner vestiging te Delft is niet bekend, in 1647 vindt men hem het eerst daar vermeld, in 1650 hertrouwde hij aldaar, in 1652 werd hij lid van het delftsche schildersgilde en op 12 October 1654 kwam hij noodlottig aldaar om het leven bij de explosie van den buskruittoren van Delft, terwijl hij juist den koster der Oude Kerk aan het schilderen was.
C. Fabritius was een teerling van Rembrandt en komt dezen zoo nabij, dat zijn schilderijen in het vervolg veelal onder diens beroemden naam gingen, hoewel zijn belichtingstechniek in zoover tegenover die van Rembrandt staat, dat hij de koppen niet belicht tegen donkere schaduwen zet, maar omgekeerd de koppen beschaduwd tegen een lichten achtergrond plaatst. Dit kenteekent hem, en naast hem in het bijzonder zijn jongeren stadgenoot, misschien ook leerling maar zeker naasten kunstverwant, den delftschen Vermeer. Het oeuvre van Carel Fabritius bevat portret en genre, en is, zelfs in aanmerking genomen dat hij nauwelijks meer dan dertig jaar oud werd, opvallend gering in getal. Hofstede de Groot telt 19 nummers, waaronder slechts 9 ongetwijfeld echte bewaard zijn: Portret van A. de Notte (Rijksmuseum), Studiekop (Boymans), Portret van een jongen man en De delftsche muziek handelaar (National Gallery), Portret en Studiekop (Coll. Hofstede de Groot), Het Puttertje (Mauritshuis), Tobias en zijn vrouw (Innsbruck), De Schildwacht (Schwerin). Daar echter zijn schilderijen vroeger meestal op andere