Willem, priester, afgelegd en onder de archieven van Berg berustend, had Stephanus miles de Hese (= heer van Hese) het gericht van Etten verkocht aan Adam heer van den Berg; er wordt geen jaartal genoemd, maar de overdracht moet tusschen 1243 en 1260 hebben plaats gehad, gedurende welke jaren Adam heer van den Berg was. Gelijke getuigenis gaven toen mede: Stephanus de Hese en Stephanus de Hese, diens neef, maar het blijkt niet hoe de familiebetrekking was met Stephanus heer van Hese. Ridder Stephanus komt nog in 1273 voor als getuige bij een opdracht aan Bethlehem (Sloet, no. 948). Hij had vermoedelijk een zoon: Fredericus de Hesa, of de Hijkere dictus de Heza, zie kol. 501 Frederik (1).
Zie: W. de Haas in Herald. Bibliotheek (1882), 12, 13.
Regt