[Erbervelt, Pieter (1)]
ERBERVELT (Pieter) (1), geb. vermoedelijk te Elberfeld, gest. te Batavia 1696. Waarschijnlijk is hij in dienst der Compagnie in Indië geweest, en heeft hij zich later als vrijburger te Batavia gevestigd. In oude archiefstukken komt hij voor als burger-leerlooier. In 1669 sloot hij o.a. een contract voor een leverantie van leer aan de regeering. Later werd hij lid van het college van heemraden (1680) en ook vice-president daarvan. Dit instituut, ingesteld in 1664, was oorspronkelijk bestemd om geschillen over grensscheidingen te beslechten, maar het zag zich later vooral belast met de zorg voor wegen en bruggen in de omstreken der stad. Ook werd hij tot ritmeester der burgercavalerie benoemd (1687), wat een bewijs is van welgesteldheid, want hieraan waren zeer groote uitgaven verbonden. Verder bezat hij zijn huis met erf aan den weg van Jacatra, waar ook zijn looierij gevestigd was. Hij was overigens iemand van geringe ontwikkeling. De kunst van schrijven was hij niet machtig, getuige zijn met moeite getrokken handteekening ‘Ervelt’, die hij gemakshalve aldus bekortte.
Zijn vrouw was Elisabeth Cornelis, een Siameesche. Cornelis is waarschijnlijk de naam van haar doopvader. Zij schonk hem zeven kinderen, waarvan de meesten vroeg gestorven zijn, behalve een zoon Pieter (2), die volgt, en een zoon Johannes, die o.a. op Coromandel in dienst der O.-I.C. geweest is.
Zie: de Haan, Priangan I; Barchewitz, O.I. Reise-Beschreibung (Chemnitz 1730).
Bartelds