Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8
(1930)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 417]
| |
nen in Ned.-Indië, 1822 commies 1e kl. ter gegenoemde Secretarie, 1823 hoofdcommies bij de Comptabiliteit, 1829 waarnemend secretaris der residentie Bantam, alsmede secretaris der Commissie van Landbouw aldaar, 1830 secretaris der residentie Preanger-Regentschappen, 1832 assistent-resident van Poerworedjo (res. Bagelen), 1833 der bataviasche Ommelanden en president van den Landraad aldaar, 1836 resident van Japara, 1837-43 van Pekalongan, 1843 met verlof naar Nederland, 1845-46 resident van Kedoe en 1846-49 van Banjoemas. Hij was voorzitter der Maatschappij van Weldadigheid en lid van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Hij was te Batavia 10 Febr. 1828 gehuwd met Johanna Wilhelmina van Doorninck (1812-75), dochter van Martinus, ass. resid. van Buitenzorg, en van Jacoba Wilhelmina von Gutzlaff Breemer. Hieruit acht kinderen. Zie: A.J.E. van der Crab in Alg. Ned. Familieblad XI (1894), 223. Regt |
|