[Cornelius, Jacob]
CORNELIUS (Jacob), geb. 25 Juni 1710, overl. te Utrecht 26 Oct. 1772. Zijn vader was Thomas Cornelius, koopman te Bremen, zijn moeder Anna Alardin. Hij studeerde te Utrecht in de godgeleerdheid en werd predikant te Wamel 26 Nov. 1741, te Westbroek 4 Juli 1745; emeritus Aug. 1761 wegens ziekte. Hij vestigde zich hierna te Utrecht en schreef: Nuttige overdenkingen over het uitstel van Christus komste in de Waereld; over de woorden van Ps. 2:7; over het bidden van het Onze Vader; eenige praktikale Leerredenen over Ps. 72: 12; over de bekeerde zondaresse volgens Luc. 7:36-47 (Utrecht 1768), twee deelen; Vervolg der nuttige overdenkingen (Utrecht 1772). Hij wordt ook genoemd als schrijver van: Genezing van den blinde door Jezus.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. v. Protest. Godgel. in Ned. II, 257; Kerkelijk Handboek (1903) Bijl. 161, (1910) Bijl. 170.
Knipscheer