Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Carp, Abraham]

CARP (Abraham), geb. te Amsterdam (het Album Stud. van Leiden zegt Rosmalen) 12 Nov. 1746, overl. te Dordrecht 12 April 1838, was de zoon van Ds. Henricus Carp en Susanna Dederiks. Zijn vader was predikant der Hervormde gemeente te Namen. In Sept. 1746 belegerden de fransche troepen deze stad, terwijl het melizoen of de roode loop er velen ten grave sleepte. In dezen tijd vluchtte de zwangere echtgenoote van Ds. Carp naar Holland en beviel te Amsterdam van een zoon. Deze studeerde sedert

[p. 260]

11 Sept. 1765 aan de leidsche hoogeschool in de rechten en de theologic en vertruk daarna naar Parijs, om zich te bekwamen in de franshce taal, want hij wenschte waalsch predikant te worden. Ook te Genève verbleef hij eenigen tijd eu werd vervolgens hulpprediker te Amsterdam, 28 Aug. 1774 predikant te 's Hertogenbosch en 30 Sept. 1780 bij de Waalsche gemeente te Dordrecht, waar hij 8 April 1810 emeritus werd. Uit zijn huwelijk met Sophia Catharina Philippina Herminghuysen, 23 Oct. 1777, werden 4 kinderen geboren; de beide zonen stierven lang vóór hem aan de pokken.

Zie: Korte Levensschets van mijnen groolvader, enz. (door A. Balen), (Dordr. 1843).

van Dalen