[Broeck, Abraham van den]
BROECK (Abraham van den). In dienst der O.-I.C. was hij als koopman (1607) geplaatst te Pahang en Djohor (Malacca), in 1608 hoofd der factorij te Batoesauer. Omstreeks dien tijd verscheen daar de vloot van Pieter Willemsz. Verhoeff, bestaande uit 13 schepen, w.o. vier jachten, waarna hij last kreeg met nog twee gezanten, Nic. Puyer en Jac. v. Groenewegen op twee schepen van deze vloot de ‘Roode leeuw met pijlen’ en het jacht ‘de Griffioen’ (schipper Corn. Cornelisz.), waarop ook Jacques Specx, de latere G.-G. (dl. VI, kol. 1251) als onderkoopman aanwezig was, naar Japan onder zeil te gaan, om te beproeven met den keizer van dat land een verbond te sluiten. Zij kwamen 2 Juli 1609 te Hirado of Firando aan de W.-kust van Kioeshioe aan. Niettegenstaande de verdachtmakingen der naijverige Portugeezen werden zij goed ontvangen en zelfs geleid naar den keizer Jjejas, in zijn nieuwe residentie Jedo. Zij kregen verlof om op het eiland Firando een factorij te stichten. Na Specx hier als hoofd en opperkoopman te hebben achtergelaten, vertrok van den B. weer naar de Molukken of naar Java, waar hij later nog voorkomt als gezant der compagnie naar Mataram.
Zie: Valentijn Ia, 198, IIIb, 28, Va, 338, c 26; Colenbrander, Kol. Gesch. II; Lauts, Japan in zijn slaalk. en burgerl. inzicht en het verkeer met europ. natiën (1847); van Kampen, De Nederl. builen Europa I, 180.
Bartelds