Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Borselen, Johannes van]

BORSELEN (Johannes van), of de Borsalia, priester, van het bisdom Utrecht, magister artium, doctor in de rechten, overleed als kanunnik van St. Salvator te Utrecht, 12 Maart 1365. 14 Febr. 1335 wordt door den Paus voor den clericus van Utrecht Johannes, zoon van Johannes, van Borsalia, magister artium enlicentiaat in de rechten, een kanunnikdij gereserveerd in St. Salvator te Utrecht. Hij bezat reeds een kapelanij in de kerk Terwijck op het eiland Borselen. Hij is wel dezelfde als bovengenoemde doctor in de rechten, die 7 Nov. 1355 een kanunnikdij vroeg en verkreeg in Sint Donaas te Brugge. Hij komt volgens Foppens Compendium chronologicum 149 voor als kanunnik 1360-64. Bij deze aanvrage bezat hij reeds een kanunnikdij met prebende te Utrecht, een kapelanie in de parochiekerk te Goes en het pastoraat te Kloetingen, dat 1342 nog in bezit was van Petrus de Haye. Deze laatste beneficies doen denken, dat J.v.B. tot de adellijke zeeuwsche familie van dien naam behoorde of uit die streek afkomstig was. Uit zijn nalatenschap stichtte hij een zekere som om uit

[p. 183]

te deelen aan de kanunniken van St. Salvator, die na de jaarlijksche mis en vigiliën zijn graf zouden bezoeken. Ook 20 April en 20 Juli en elke maand XII kalendas werd zijn gedachtenis gehouden met uitdeeling van een zekere som aan de kanunniken en de vermelding in het necrologium.

Zie: Berliėre, Suppliques d' Innocent VI (Rome 1911) no. 712; dez., Suppliques de Clément V, 272; Brom, Bullarium Traject., no. 905; Archief aartsb. Utrecht X, 4 en vv., XI, XII; Matthaeus, Fund. et fata eccl. (Utr. 1704), 82.

Fruytier