[Beveren, Mr. Gerard van]
BEVEREN (Mr. Gerard van), heer van Strevelshoek, zoon van Willem 1624-72 (dl. III, kol. 114), geb. te Dordrecht 1649, overl. te Batavia 6 Febr. 1690. Na zijn promotie in de rechten vestigde hij zich als advocaat te Dordrecht, waar hij al spoedig in de vroedschap werd opgenomen. Die werkkring schijnt hem minder voldaan te hebben; hij trad althans in dienst der O.I.C., die hem reeds dadelijk den rang van extra-ord. raad van Indië verleende. Op 2 Februari 1686 vertrok hij op de ‘Oosterland’ met vrouw en dochters. Op 31 Juli ter reede afgehaald door vele hoogwaardigheidsbekleeders, werd hij 6 Aug. van dat jaar plechtig geïnstalleerd. Door zijn uitzending in dezen hoogen rang werd afgeweken van den stelregel, vervat in de patriasche missive van 18 Sept. 1640, ‘dat de principaalste bedieningen in Indië door ervaren personen, dewelke van trap tot trap opgeklommen zijn, en geen nieuwelingen, behooren waargenomen en bediend te worden’. Van langen duur is overiens zijn indische loopbaan niet geweest. Hij heeft er o.a. het ambt van advocaat-fiscaal en dat van president-schepen van Batavia vervuld.
Hij was reeds op twintigjarigen leeftijd gehuwd met Maria Heussen, dochter van Arnold (zie dit deel). Uit dit huwelijk sproten Cornelia Johanna en Johanna. De verschijning van deze twee jongedames uit een zeer aanzienlijk vaderlandsch regeeringsgeslacht was voor die dagen een ware gebeurtenis te Batavia, waar volgens Nie. de Graaf gewoonlijk slechts die vrouwen heen gingen ‘wier kompas eenige streken miswijzing’ had. De eerste, Cornelia, werd op 27 Oct. 1689 de echtgenoote van den schatrijken vrijburger Jurriaan Beek (kol. 62). Na den dood van zijn eerste vrouw, hertrouwde van Beveren met Anna Eling, aan welk huwelijk Dr. David van Hoogstraten een hoogdravenden ‘echtzang’ wijdde. Deze Anna had een voordochter, gehuwd met Jurriaan's jongeren broer. Gerard van Beveren's eenige zuster Christina werd de vrouw van Johan Reepmaker, die bij haar twee zoons kreeg. Zij hertrouwde na diens dood met Michiel van Beveren, zoon van Johan en van Maria Sweerts de Weerd Davidsdr. (dl. III, kol. 110 en Schotel, Uitspanningen, 70, Utr. 1840). Na Gerard's dood is blijkens het in het rijksarchief aanwezige leenregister van Holland, ‘het ambacht van Strevelshoek, groot het 16de deel van de landen van Swijndrecht met al zijn toebehooren, rechten en vervallen, en renten’ bij acte van 11 April 1695 op den naam van Jurriaan Beek overgegaan. De dordtsche heeren Arent Muys van Holy, Barthoud van Slingelandt, Joan de Witt, Huibert van de Graaff en Dirk Spruyt waren hierbij opgetreden als Beek's gemachtigden.
Zie: van den Berg, Uit de dagen der Com-