[Watervliet, Johannes]
WATERVLIET (Johannes), geb. te Gent 1601, zoon van Jacobus, bernardijn der abdij Duinen 1619, overleed te Gent als prior van Waarschoot 1 Oct. 1671 of 1672. Met eenige confraters studeerde hij onder de leiding van Caspar Nemius, den lateren aartsbisschop van Kamerijk, te Douai aan de universiteit. 1631 en volgende jaren was hij werkzaam als rentier op het hof te Zande te Hontenisse, waar zijn abdij talrijke polders in eigendom bezat. 1645, toen de prior van Waarschoot tot abt van Duinen bevorderd was, werd hij in zijn plaats bestuurder der priorij Waarschoot, vroeger een dochterklooster van Warmond, doch geheel verwoest en uitgestorven tijdens de troebelen en den oorlog. De voorganger van van Watervliet was in het refuge der priorij te Gent weder begonnen eenige monniken aan te nemen. Joh. van Watervliet werd de tweede stichter van het klooster. Hij richtte het refuge in tot priorij met nieuwe gebouwen, nam meerdere monniken aan, bevorderde de studie en verkreeg 1662 de officieele toestemming zijner ordesoversten en van den Koning, niettegenstaande de vele tegenspraak, om zijn klooster in de stad Gent te vestigen in plaats van te Waarschoot. In het archief van het seminarie te Brugge bevindt zich nog een rekeningboek van zijn rentierschap te Hontenisse.
Zie: Ch. de Visch, Vita Adriani Cancellier ab. Dunensis (Brug. 1660), 24; L. en J. Hye-de Crom, Abbaye de Waarschoot (Gand 1899), 14-15; Ch. de Visch, O. Cist. Bibliotheca Scriptorum Ord. Cist. (Col. 1656), 309; Cronica et cartularium de Dunis (Brugge 1864), 100.
Fruytier