Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
(1927)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1238]
| |
naar Perzië tot bijlegging van de geschillen omtrent den zijdehandel, die hun oorsprong vonden in de pogingen der compagnie om een der bepalingen te ontduiken volgens welke alleen zijde ingekocht mocht worden van de factoren der kroon. Nadat een zending daarheen onder leiding van Blocq, o.a. vergezeld van Weeninx en Bastinck, door het overlijden van eerstgenoemde niet aan het doel beantwoord had, was Verburgh met die taak belast. Wel is waar slaagde men er niet in die perzische kwestie voor goed uit de wereld te helpen, maar toch bereikte V. in zoo verre zijn doel, dat men tot overeenstemming kwam ‘geen hostiliteiten te gebruicken’. Van 1647-49 was hij directeur van den handel te Bender-Abbas (Gamron) aan de straat van Ormuz. In 1649 volgde zijn benoeming tot gouverneur van Tayouan (Formosa), waar hij door den raad-ordinaris Cornelis Caesar vervangen is; in 1654 werd hij extra-ordinaris lid van den raad van Indië, 3 jaar later gewoon lid in dien raad. Van 1667-75 bekleedde hij het ambt van directeur-generaal. Zie: A. Hotz, Journaal der reis van den gezant der O.I.C. Joan Cunaeus .... enz. (Amst. 1908); Personalia, een verzameling van 6 registers op de resol. van G.G. en raden in handschrift, berustend op het Rijks-archief en in de bibliotheek v.h. Bat. Genootsch. van K. en W. Bartelds |
|